Wonen Krant
Image default
Wonen in een appartement

Geschiedenis van meubelen en interieurtrends

1940-1960: Middeleeuws modern

Na het einde van de oorlog was er een echte demografische boom, die weer gepaard ging met de groei van steden en een grotere vraag naar nieuwe woonruimtes. In deze periode kwamen functionaliteit en betaalbaarheid op de voorgrond. Modieuze producten begonnen beschikbaar te komen voor de massa klant. Het ontwerp van deze periode is ongecompliceerd, met eenvoudige lijnen en gestroomlijnde vormen. De minimalistische vormen gingen gepaard met sterke, vaak kitscherige kleuren zoals oranje, mosterd geel, rood en roze. Kleuren als oranje, mosterdgeel, limoen, turkoois of intens blauw. De mid-century moderne stijl maakte vaak gebruik van open ruimtes en flats zonder indeling in zones zoals de eetkamer, keuken en woonkamer. Enkele van de meest interessante ontwerpen in deze stijl zijn de beroemde stoelen van Arne Jacobsen, Vitra stoelen en Charles en Ray Eames.

Jaren 1930-1970: Moderniteit en Scandinavisch design.

Ook in deze periode lag de nadruk op het produceren van esthetisch verantwoorde meubels en gebruiksvoorwerpen die iedereen zich kon veroorloven, ongeacht de portemonnee. Abstractie en abstract expressionisme werden enorm populair. Er was een bereidheid om meubels te maken met minimale hoeveelheden materiaal en ruwe materialen zoals multiplex of plastic (zoals te zien is in ontwerpen zoals de ‘ei’ en ‘zwaan’ fauteuils van Arne Jacobsen). De interieurs moesten gezellig, overzichtelijk en uiterst praktisch zijn, zoals de Cassina fauteuils.

Jaren 1950-1970: Het ruimtetijdperk

In deze periode sprak de ruimtevaart tot de verbeelding van de massa. Ontwerpers begonnen te experimenteren, maakten graag gebruik van de modernste technologie en verwezen bewust naar ideeën over buitenaardse beschavingen. Kenmerkende elementen van deze periode waren zilveren afwerkingen (die op behang waren gemaakt van dezelfde folie als de ruimtepakken), vloeiende, gebogen vormen, bolvormen en kunstmatige materialen, zoals te zien is in projecten als de bank van rubber en schuimrubber van Olivier Morgue (die deel ging uitmaken van het decorontwerp in de film ‘Space Odyssey) en de bolstoel van Eero Aarnio. De meubels en andere ontwerpelementen waren bedoeld om draagbaar en compact te zijn, zoals opblaasbare fauteuils en tassen die zich aanpassen aan de positie van de gebruiker, zoals de b&b italia banken.

1978-1984: Postmodernisme

Postmoderne opstellingen combineren schijnbaar onverenigbare stromingen zoals de barokke stijl en de moderniteit. Futuristische vormen werden afgewisseld met rijkelijk versierde elementen en het geheel in felle, intense kleuren. Bij het ontwerpen van een interieur in deze stijl was het niet nodig specifieke regels te volgen: originaliteit, eclecticisme en individualiteit waren gewild. Een beroemde vertegenwoordiger van het postmodernisme was Roberto Venturi.

https://wonenkrant.nl/geschiedenis-van-meubelen